Offshore
Naast windenergie op land is er een groot potentieel voor windenergie op zee. De overheid wil dat in 2020 op het Nederlandse deel van de Noordzee 6.000 MW offshore windenergie in bedrijf is. Hierbij moet uiteraard rekening gehouden worden met de belangrijke natuurwaarden en met het bestaande gebruik van de Noordzee. Bij de toepassing van windenergie op zee moet voorts rekening worden gehouden met optimaal ruimtegebruik, met de effecten op vogels, zeezoogdieren en onderwaterleven, met risico’s voor scheepvaart en voor helikopterverkeer van en naar olie- en gasplatforms.
In 1998 is E-Connection gestart met de ontwikkeling van windparken buiten de territoriale zee op het Nederlands Continentaal Plat. In december 1999 heeft E-Connection aanvragen voor vergunningen voor zeven offshore windparken ingediend bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Op verzoek van het Ministerie heeft E‑Connection zes aanvragen ingetrokken. In juni 2001 is het milieueffectrapport (MER) voor de 120 MW Offshore windparken Q7-WP, Q4-WP en P12‑WP gereed gekomen. In februari 2002 zijn de vergunningen voor het Offshore windpark Q7-WP verleend. In september 2002 is een speciale fiscaal juridische structuur opgezet voor de investering in dit windpark en zijn met investeerders afspraken gemaakt. Op basis van deze overeenkomsten zijn investeringsfaciliteiten op grond van de Energie Investeringsaftrek (EIA) en de Willekeurige Afschrijving Milieu investeringen (VAMIL) aan het project toegekend. In juli 2006 is het project verkocht en overgedragen aan ENECO en Econcern.
Als eerste is in november 2005 gestart met de aanleg van de elektriciteitskabel op land en de aansluiting op het landelijk net. Vervolgens zijn de fundaties besteld en geplaatst en zijn de windturbines geïnstalleerd.
Sinds december 2007 levert het windpark energie aan het Nederlandse net. Het windpark is sinds begin 2008 volledig operationeel. Op 4 juni 2008 is de naam van het windpark gewijzigd in Prinses Amalia windpark.
E-Connection heeft sinds 2004 gewerkt aan de ontwikkeling en realisatie van nieuwe offshore windparken in de Nederlandse Exclusieve Economische Zone op de Noordzee. E-Connection heeft aanvragen ingediend voor vergunningen voor zes offshore windparken: P12-WP (120MW), Q4-WP (120 MW), Rijnveld Oost (135 MW), Rijnveld Noord (81 MW), Rijnveld West (123 MW) en Brown Ridge Oost (282 MW). Deze windparkprojecten zijn in een aparte BV ondergebracht: E-Connection Offshore.
Naast deze aanvragen van E-Connection zijn ook door andere partijen vergunningen voor windparken op diverse locaties op het Nederlandse deel van de Noordzee aangevraagd.
Op 1 september 2009 zijn aan het Ierse bedrijf Airtricity vergunningen verleend voor haar projecten West Rijn en Breeveertien II. Op 2 november 2009 is aan E-Connection vergunning verleend voor haar project Brown Ridge Oost. Ook aan drie andere partijen is een vergunning verleend. Voor het windpark Q4-WP is op 18 december 2009 vergunning verleend. In 2009 is E-Connection Offshore verkocht en overgedragen aan Eneco.
E-Connection heeft vanaf de overdracht enkel nog de beroepsprocedures tegen de vergunningen voor de windparken Brown Ridge Oost en Q4-WP gevoerd om deze vergunningen onherroepelijk te laten worden.
In mei 2012 zijn deze vergunningen onherroepelijk geworden.