Iedereen kent ze wel, de rode knipperende lampen op windturbines om het vliegverkeer in de nacht te waarschuwen. Voor sommigen betekent het zien van de lampen, thuiskomen. Voor anderen is het een doorn in het oog. Om hinder van de lichten zo veel mogelijk te vermijden, heeft Windparken Oosterscheldekering een nieuw systeem geïnstalleerd waardoor de lampen het merendeel van de tijd veilig uitgezet kunnen worden.

De lampen, ook wel obstakelverlichting genoemd, zijn er om te voorkomen dat laagvliegende vliegtuigen of helikopters per ongeluk tegen de windturbines aan vliegen. Grote vliegtuigen komen een stuk hoger over, dus voor die toestellen zijn ze niet bedoeld. Overdag branden er witte lichten, ‘s nachts rode. Die laatste vallen het meeste op, zeker in gebieden waar het in de nacht nog vrij donker is. De rode, knipperende lampen zijn verplicht voor alle windturbines met een tiphoogte vanaf 150 meter.

Hoe werkt obstakelverlichting?

Vliegtuigen en helikopters waarmee ’s nachts wordt gevlogen, hebben verplicht een transponder aan boord die een signaal afgeeft. Op het voormalig werkeiland Neeltje Jans, heeft Lanthan nu op de 20 windturbines, die hoger zijn dan 150 meter, een systeem geplaatst. Dat systeem pikt die transpondersignalen op en zet de rode lampen alleen aan als er laagvliegende vliegtuigjes of helikopters naderen. Voortaan staat de luchtvaartverlichting dus veelal uit.

Om het systeem te mogen toepassen is onder meer een vliegtest uitgevoerd in de omgeving van Windparken Oosterscheldekering. Tijdens die vlucht werd gekeken of het vliegtuig door het systeem werd gedetecteerd. Het systeem blijkt goed te werken, zodat de veiligheid van het vliegverkeer gewaarborgd blijft.

Vervolgens heeft Windparken Oosterscheldekering aan de luchtvaartautoriteit ILT toestemming gevraagd om het systeem te mogen activeren en deze is inmiddels verleend. De rode verlichting zal bij aanvang van de schemer branden. Daarna zullen naar verwachting de lampen ‘s nachts minder dan 10% van de tijd te zien zijn. In de beginfase zal dat wat meer zijn, omdat we nog testen of alles goed functioneert en om tot goede instellingen te kunnen komen. Overigens zal er ‘s nachts altijd wél infrarood licht branden. Dat is met het blote oog niet zichtbaar, maar kan wel door sommige piloten worden opgepikt.

De windsector heeft lange tijd aangedrongen op maatregelen om de rode lichten ‘s nachts zo veel mogelijk uit te kunnen schakelen. In goed overleg met onder andere de Rijksoverheid en de luchtvaartautoriteit is dat sinds kort toegestaan. Na Windpark Krammer is Windparken Oosterscheldekering de 2e plek in Nederland waar een systeem op basis van transponders wordt toegepast. Verder gebruikt een Fries windpark een radarsysteem om vliegverkeer te detecteren. Inmiddels zijn meer windparken in Nederland volop bezig om de rode lichten zo veel mogelijk te kunnen uitschakelen.

Lees meer over Windparken Oosterscheldekering.